Home » BLOGS » Zorg(elijk)Gen

Zorg(elijk)Gen

Zorg(elijk)Gen We zijn geëmigreerd. Mijn meneer en ik wonen nu op de Veluwe. Ver, of toch verder. Weg bij de kinderen vandaan. 

Het zou een feestje zijn. Omdat we onze droom bereikten. Leven zoals we dat graag wilden. Met ruimte en buiten. Met uitzicht op een koe of een paard. Met een openhaard. 
Samen onze mooiste droom leven nu zowel de kinderen als wij het huis uit zijn.

Check, vink, gelukt!

Ik zou dus door het veld van de nieuwe buurman moeten huppelen. Dansend en zingend in de keuken moeten staan. Alle smaken kunnen koken die je maar wilt. Wie wil dat nou niet?

Ik zou de hele dag in mijn blote kont door het huis kunnen lopen. Tegen mezelf kunnen praten zonder dat iemand dat gek vindt. Nog maar een half wasje per week hoeven draaien. Ik zou ein-de-loos lang over mijn toiletbezoek kunnen doen. De deur zelfs open laten. Ik zou op ieder moment met mijn meneer de slaapkamer in kunnen duiken. 

Ik zou de badkamer elke dag, ieder uur, in dezelfde opgeruimde staat aantreffen. Zou geregeld even staan zwijmelen in de deuropening. “Oh heerlijk, de tandpasta staat nog op dezelfde plek, douchegel heeft nog een dopje, deo is niet leeg.” Kortom. De big smile zou niet meer van mijn gezicht af te rossen zijn.

Zou. Ja.

Eenmaal gesetteld in ons geëmigreerde nederzettinkje. Waar ik zelf de vloeren met een kango heb uitgehakt. Is er niks meer over van dat stoere. Vind ik mezelf heel zielig terug. Nou nee. Raak ik mezelf kwijt in al die nieuw verworven vrijheid.

Ik mis het rumoer en de nutteloze discussies. Ik mis de rommel en het misgrijpen in de koelkast. Ik koop chips die niemand ongevraagd op eet. Mijn wasmand is bedroevend leeg. En het ergste. Mijn eten wordt altijd lekker gevonden.

Niks dansen. Niks cursus “ontdek-je-koetje”. Ik loop huilend door het huis en roep tegen mijn liefste dat ál onze kinderen maar gewoon weer thuis moeten komen wonen. Begin alvast aan een appje om ze het heugelijke nieuws mede te delen.

Liefste krijgt nu ook zin om te huilen. Huurt in gedachte al een vakantiehuis hier in de buurt. Voor de kinderen welteverstaan. Want hij wordt wél blij van al dat vrij. Heeft de verwarming in de slaapkamer al aangedaan. Zit nu dus met een hoopje verdriet op de bank. “Je kunt toch voor mij zorgen” zegt hij opwekkend. Hoopvol ook. “Maar dat is niet genoehoehoeg” huil ik missend en snikkend verder.

Tja.

Mijn nest is leeg én staat ergens anders. Mijn hart is vol en ligt nog daar. Leeg-nest-syndroom. Bij mij notabene! Onverklaarbaar.

Ik. Die altijd zei dat ze met negentien het huis wel zo’n beetje uit zouden moeten. Lekker gezond onafhankelijk zijn. En mamma is dan ook wel een keer klaar voor weer meer vrijheid. Pedagogisch verantwoord verwachtingenmanagement. Leverde trouwens ook  tranen op. Bij hen. Maar ach, dat mag. Als je drie bent.

Díe mamma dus. Timmert nu aan een super-de-luxe logeerkamer. Heeft een eigen badkamer voor ze geregeld. Kan niet wachten tot er weer overal handdoeken slingeren. Nee joh. Geeft niks. Al wil je élk lichaamsdeel met een schone handdoek afdrogen. Ik breng nog wel een stapel. Díe mamma belt om ze te vragen, “zeg nog één keer wat je allemaal niet lust”. Díe mamma wil ineens kinderfoto’s opgraven. Denkt dat dat verzamelalbum er nu toch maar van moet komen. Díe mamma. Die zoekt gewoon nog een beetje rust. Vanbinnen. 

Blijkt best onrustig als ze uitkomen. Al die mooie dromen...

 

Hallo leven

Het

“komt goed schatje”

van mijn vent.

Ook een mooi staaltje

verwachtingenmanagement.